10 belangrijkste afspraken

Er komt een nieuw pensioenstelsel. Er is overeenstemming over de uitwerking van de afspraken in het pensioenakkoord van juni 2019. Vanaf 2027 zijn er alleen nog premieregelingen. De fiscale focus ligt op de premie. En er komt degressieve opbouw. Sociale partners maakten afspraken over nabestaandenpensioen en zelfstandigen.

 

 

Wat zijn de 10 belangrijkste afspraken?

man schudt hand

Pensioenaanspraken verdwijnen. In plaats daarvan komen er voor deelnemers gereserveerde vermogens. In de opbouw- én uitkeringsfase. Daarnaast is er een solidariteitsreserve voor welvaartswinst en stabieler pensioenen. Er is één beleggingsbeleid voor het hele fondsvermogen. Het fonds verdeelt het behaalde rendement leeftijdsafhankelijk. Jongeren mogen lenen om in aandelen te beleggen. Maar hun vermogen mag niet negatief worden. Daar komen waarborgen voor. In theorie levert dat welvaartswinst op. Maar de vermogens van andere deelnemers moeten garant staan voor eventuele tekorten.

Het andere contract is de verbeterde premieregeling. Op fondsniveau bepaal je of de standaard uitkering een variabel pensioen is. Mensen krijgen dan een variabele uitkering als ze geen keuze maken tussen een vaste of variabele uitkering. Aanvullende risicodeling tussen de opbouw- en uitkeringsfase wordt mogelijk via een solidariteitsreserve. Vooralsnog kan dit alleen bij beroepspensioenfondsen en verplichte bedrijfstakpensioenfondsen. Deze optie is bedacht om de verplichtstelling overeind te houden. Maar een solidariteitsreserve kan ook meerwaarde hebben bij andere pensioenfondsen. Daarom past een gelijk speelveld voor alle pensioencontracten volgens ons beter. Zo krijgen alle fondsen die mogelijkheden. Dat gelijk speelveld beloofde minister Koolmees in het pensioenakkoord van juni 2019.

  • Er komt een uniforme fiscale premiegrens van voorlopig 33% van de pensioengrondslag. Overigens zonder risicopremies en kosten. Uit berekeningen blijkt dat hiermee de huidige ambitie van een koopkrachtig pensioen van maximaal 75% van het gemiddeld loon na 40 opbouwjaren haalbaar blijft. Het kabinet maakt bij de indiening van het wetsvoorstel de definitieve premiegrens bekend. Die blijft gelden tot 2037, het einde van de compensatieperiode.
  • Een werkgever kan 10 jaar lang maximaal 3% extra betalen om de compensatie te financieren.
  • Bestaande verplichtingen om bij te storten of onvoorwaardelijke indexatie te financieren worden gerespecteerd voor al opgebouwde pensioenen die niet worden ingevaren.
  •  

    Afspraak is om eventuele nadelen door de overstap op degressieve opbouw adequaat te compenseren. Dat kan makkelijker als opgebouwde pensioenen collectief worden ingevaren. Uit berekeningen van het CPB blijkt dat er bij een dubbele transitie in veel gevallen geen nadeel, maar een voordeel is. Voor een eventueel nadeel moet adequate compensatie komen. Compensatie vereist maatwerk per pensioenregeling. Alle deelnemers krijgen inzicht in de hoogte van hun pensioen dat zij vóór de overstap zouden krijgen en het verwachte pensioen na de overstap. Je kunt dan dus pas zien of er adequate compensatie wordt gegeven.

    Zonder collectief invaren worden pensioenfondsen gesplitst in een fonds voor de oude en een fonds voor de nieuwe opbouw. Of je moet de oude en nieuwe regeling in één fonds uitvoeren. Waarbij die regelingen dan financieel een geheel vormen. Beide opties zijn uitvoeringstechnisch en communicatief ongewenst. Invaren maakt compensatie ook beter betaalbaar door de dubbele transitie. Collectief invaren wordt standaard. Invaren is wellicht niet mogelijk bij gesloten pensioenregelingen waar geen nieuwe regeling is waar je heen kunt varen. Of als invaren aantoonbaar tot onevenredig nadeel leidt voor belanghebbenden. Voor het omzetten van aanspraken in vermogen kan een fonds kiezen uit twee rekenmethoden. Invaren gaat via een interne collectieve waardeoverdracht. Het individuele bezwaarrecht wordt collectiever gemaakt. Door een adviesrecht voor het verantwoordingsorgaan of een goedkeuringsrecht voor het belanghebbendenorgaan.

    Het pensioenfonds geeft straks inzicht in hoeveel premie is betaald, welk rendement daarop gemaakt is en welk verwacht pensioen dat oplevert. Dit wordt net als nu getoond in een navigatiemetafoor met 3 scenariobedragen.

    Er komt een wettelijk recht om op de pensioendatum maximaal 10% van de waarde van het ouderdomspensioen op te nemen als een bedrag ineens. De verbeterde premieregeling bevat meer keuzevrijheid dan het nieuwe contract.

    De Stichting van de Arbeid (STAR) kwam op 15 juni 2020 met een advies om het nabestaandenpensioen te verbeteren. Voor overlijden na pensioendatum wordt een partnerpensioen opgebouwd van 70% van het ouderdomspensioen. Voor overlijden vóór de pensioendatum is het op risicobasis. En wel maximaal 50% van het salaris. Het wezenpensioen loopt door tot 25 jaar. Het wordt maximaal 20% van het salaris voor halve wezen en 40% voor volle wezen. Een nabestaandenpensioen op risicobasis sluit beter aan op het nieuwe pensioenstelsel waar geen aanspraken meer worden opgebouwd.

    Het aantal werknemers dat geen pensioen opbouwt – de 'witte vlek' – is de afgelopen jaren toegenomen. De STAR kwam op 15 juni 2020 met een ‘Aanvalsplan beperken witte vlek pensioenen’. De STAR doet aanbevelingen langs 2 lijnen:

    • Pensioenbewustzijn vergroten bij werkgevers die niet onder een verplichtstelling vallen.
    • Betere handhaving bij werkgevers die onder een verplichtstelling vallen.

     

    Veel zelfstandigen bouwen geen pensioen op. Zij moeten makkelijker pensioen kunnen opbouwen bij het pensioenfonds van de sector of onderneming waar zij werken. Daarvoor moet de wet worden gewijzigd. Er komt experimenteerwetgeving voor pensioenfondsen die ervaring willen opdoen met aansluiting van zelfstandigen. Aan de hand daarvan gaat het kabinet met sociale partners bezien welke mogelijkheden er zijn voor het vrijwillig aansluiten van zelfstandigen.