Nieuwe insteek verdeling verantwoordelijkheid werkt 2 kanten op

2 dames in overleg bij laptop

Wie is bij de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel waar verantwoordelijk voor? De Wet toekomst pensioenen ziet ruimte voor meer balans in verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen. Dat is een nieuwe insteek, want de bestaande wet- en regelgeving is vooral gericht op het pensioenfonds en de opdrachtaanvaarding door het pensioenfonds. De nieuwe balans blijkt uit de hoofdlijnennotitie en de consultatietekst van de Memorie van Toelichting.

Verantwoordelijkheidsverdeling gericht op beide kanten pensioen
De Wet toekomst pensioenen ziet aan de ene kant de werkgever, sociale partners en beroepspensioenvereniging (hierna sociale partners) en aan de andere kant het pensioenfonds. Zij richt zich dus, meer dan nu het geval is, op de beide ‘kanten’ van pensioen. Op de kant van het pensioenfonds als uitvoerder van de pensioenregeling. Maar nu ook sterker op de kant van de sociale partners die de pensioenregeling overeenkomen. Vandaar ook de expliciete aandacht voor de verantwoordelijkheidsverdeling. Sociale partners bepalen de keuze voor een bepaald contract. Maar de Wet toekomst pensioenen wijst er ook uitdrukkelijk op dat ze het pensioenfonds hier vanaf het begin bij moeten betrekken. Want een nieuw contract moet wel uitvoerbaar zijn.

Sociale partners bepalen de regeling
Sociale partners bepalen het pensioencontract en het transitiemoment. Dat leggen ze vast in een transitieplan. Ze moeten daarover altijd overleggen met het pensioenfonds. Het pensioenfonds stelt namelijk een implementatieplan voor de transitie op. Sociale partners bepalen het transitiemoment dus niet eenzijdig. Bovendien betrekt het pensioenfonds het transitieplan in de opdrachtaanvaarding. Ook de uitvoeringsorganisatie achter het pensioenfonds speelt een rol. Wanneer kan deze partij de transitie uitvoeren? Kortom, alle betrokken partijen moeten gezamenlijk optrekken om een haalbaar transitiemoment te bepalen.

Pensioenfonds: is het uitvoerbaar?
Na de keuze voor een bepaald contract heeft het pensioenfonds ook heel wat om over na te denken. Onder welke voorwaarden kan en wil ze de nieuwe regeling uitvoeren? Voor het pensioenfonds blijft de ultieme toets: is de nieuwe regeling uitvoerbaar, evenwichtig en uitlegbaar? Helemaal als sociale partners het verzoek tot invaren doen, is die toets van groot belang. Kortom, zowel sociale partners als het pensioenfonds moeten veel zaken meewegen. De Wet toekomst pensioenen trekt de bestaande eis van evenwichtige belangenafweging door het pensioenfonds breder. Ook sociale partners moeten zich namelijk inspannen om aantoonbaar evenwichtig te handelen. Deze eis is bij alle aspecten van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel relevant.

Begin 2022 verwachten we nadere uitwerking
Volgens de Wet toekomst pensioenen agendeert en ondersteunt het pensioenfonds de sociale partners. En is het pensioenfonds de brug naar de uitvoeringsorganisatie achter het pensioenfonds. We verwachten begin 2022 een nadere uitwerking van de verantwoordelijkheden in het definitieve wetsvoorstel en/of de Memorie van Toelichting.

Samen met behoud van eigen verantwoordelijkheid
Het gaat er om of de nieuwe regeling uitvoerbaar, evenwichtig en uitlegbaar is. De overstap naar een nieuw contract al dan niet met invaren is een ingewikkeld proces. Het is het handigste als beide kanten samen optrekken. Met behoud van de eigen verantwoordelijkheden. Om kort te gaan als pensioenfonds, maar ook als sociale partners, heb je er alle belang bij om de onderwerpen opdracht en aanvaarding goed in de steigers te zetten.

Richt Thien, pensioenjurist