3 belangrijke wijzigingen uit de WTP die meteen gelden

grijze dame thuis achter laptop

Wat zijn de consequenties van 3 belangrijke wijzigingen uit de Wet toekomst pensioenen (WTP) die meteen ingaan? Er komt een wijzigingsbevoegdheid voor inactieven. De nieuwe regels voor keuzebegeleiding gelden meteen. En de regels voor een klachten- en geschillenregeling staan in de wet in plaats van in de lagere regelgeving. Voor zover nu bekend start de Eerste Kamer op 22 mei 2023 met de plenaire behandeling van de WTP. Veel bepalingen voor het nieuwe pensioenstelsel gaan pas gelden als uw pensioenfonds de nieuwe regeling die voldoet aan de WTP gaat uitvoeren. Maar er zijn ook bepalingen die meteen gelden als de wet in werking treedt. Naar verwachting is dat 1 juli 2023. Wat betekent dit?

1. Meer rechtszekerheid: wijzigingen gelden ook voor inactieven

Met de inwerkingtreding van de WTP wordt wettelijk verankerd dat de pensioenovereenkomst eenzijdig gewijzigd kan worden voor inactieven. Dit is een verduidelijking en vastlegging van de bestaande praktijk. Het nieuwe artikellid maakt duidelijk dat de ‘zwaarwichtig-belangtoets’ voor wijziging van de pensioenovereenkomst ook geldt voor gewezen deelnemers en gepensioneerden. Dat geeft meer rechtszekerheid aan werkgevers en ook aan de pensioenfondsen zelf.

Ze kunnen namelijk ook inactieven binden aan een wijziging van de pensioenovereenkomst. En dat is vooral van belang bij invaren: het omzetten van oude pensioenaanspraken en -rechten naar het nieuwe stelsel. Eerder kon het pensioenfonds het pensioenreglement wijzigen ook voor inactieven en zo op een indirecte manier de onderliggende afspraken van sociale partners uit het verleden veranderen. Maar deze route hield niet altijd stand bij toetsing door de rechter. Dat is nu hopelijk verholpen met deze aanpassing.

2. Een nieuwe open norm voor keuzebegeleiding

Pensioenfondsen moeten meteen bij de start van de Wet toekomst pensioenen zorgen voor een adequate keuzebegeleiding en daar zaken over vastleggen. De Autoriteit Financiële Markten houdt er toezicht op. De al bestaande eisen blijven ook gelden. Waar moeten pensioenfondsen aan denken?

Nieuw: adequate begeleiding verplicht
Pensioenfondsen moeten deelnemers adequaat begeleiden bij het maken van keuzes binnen de pensioenregeling. Begeleiden is meer dan informeren, maar minder dan adviseren in de zin van de Wet financieel toezicht. Het pensioenfonds moet een keuzeomgeving inrichten die de deelnemer aantoonbaar in staat stelt een passende keuze te maken.

Nieuw: vastleggen van stukken en communicatie
Het pensioenfonds moet de stukken over de naleving van de norm vastleggen. En ook de communicatie met de deelnemers vastleggen.

Wat nu al geldt en straks ook blijft gelden
Pensioenfondsen moeten de (gewezen) deelnemer, gewezen partner en pensioengerechtigde correct, duidelijk, evenwichtig en tijdig informeren. Informatie moet aansluiten bij de behoeften en de kenmerken van de deelnemer. En de deelnemer moet inzicht krijgen in keuzemogelijkheden van de pensioenregeling. De gevolgen van belangrijke gebeurtenissen voor het pensioen. En in de gevolgen van een keuze of combinatie van keuzes voor het pensioen. Het pensioenfonds bevordert ook dat de informatie de deelnemer aanzet tot relevante actie.

3. Klachten en geschillen

Er komt een nieuwe externe geschilleninstantie
Die instantie gaat geschillen over de uitvoering van het pensioenreglement behandelen. Het gaat om geschillen tussen deelnemers enerzijds en pensioenfondsen anderzijds. Volgens planning wordt deze instantie per 1 januari 2024 geïnstalleerd en krijgt deze een permanent karakter.

Klachten- en geschillenregeling blijft
De wettelijke bepaling wijkt inhoudelijk niet af van de huidige bepaling in de Code Pensioenfondsen. Nieuw is de wettelijke verankering. En daardoor is er een belangrijk verschil. De Code laat namelijk meer ruimte voor eigen beleidskeuzes. De pensioenfondsen mogen de Code naleven volgens het ‘pas-toe-of-leg–uit’-beginsel. Daardoor kan het pensioenfonds nu nog volstaan met een motivering in het jaarverslag waarom het deze norm uit de Code niet toepast. Dus als een pensioenfonds goed kan uitleggen dat een klachten- en geschillenregeling niet nodig is, kan dat nu nog. Straks is dat niet meer mogelijk. Het hebben van een klachten- en geschillenregeling is verplicht.

Opvragen: overzicht met bepalingen per 1 juli 2023 en 1 januari 2024
Dit zijn wat ons betreft 3 belangrijke wijzigingen. Andere relevante wijzigingen hebben wij voor u in een schema gezet. Wilt u het schema ontvangen? Vraag het schema aan via e-mail.

Auteur: Richt Thien, senior pensioenjurist

Achmea Pensioenservices
Achmea Pensioenservices adviseert pensioenfondsen, sociale partners en beroepspensioenverenigingen op weg naar het nieuwe stelsel. Wilt u weten wat dit voor het pensioenfonds betekent? Neem dan contact met ons op.