Zomerreeks deel 1: Invaren in een notendop

invaren

In Nederland zijn er straks alleen premieregelingen. De trend naar premieregelingen zien we wereldwijd. Maar meestal verandert alleen de toekomstige pensioenopbouw. Nederland zet daarnaast ook stappen om de pensioenen uit het verleden om te zetten. We delen daarvoor collectieve vermogens op in individuele pensioenvermogens. Dat noemen we invaren. En invaren is de wettelijke standaardroute voor pensioenfondsen. Wat zijn de voordelen van invaren en hoe gaat het in zijn werk?

De 3 voordelen van invaren:

  1. lagere uitvoeringskosten
  2. regeling is eenvoudiger uit te leggen dan oud en nieuw naast elkaar
  3. er is meteen voldoende volume om risico's efficiënt te delen

De partijen betrokken bij invaren
Sociale partners besluiten of zij het pensioenfonds vragen om in te varen. Zij stellen er ook de doelen en voorrangsregels bij op. Gepensioneerden- en slapersverenigingen krijgen de mogelijkheid om hun inbreng te geven met een hoorrecht. Pensioenfondsen toetsen of het verzoek evenwichtig uitpakt en of invaren uitvoerbaar is. De toezichthouders DNB en AFM beoordelen de invaarplannen. Als laatste stap voeren deelnemersadministratie en vermogensbeheerder het invaren uit.

Tijdlijnen besluitvorming
De deadline voor het transitieplan van sociale partners ligt op 1 januari 2025. In het transitieplan leggen sociale partners de afspraken over invaren vast. Daarna heeft het pensioenfonds tot 1 juli 2025 om een implementatie- en communicatieplan te maken. De toezichthouders beoordelen het plan binnen een half jaar. Tenminste dat is hun streven. Uiterlijk 1 januari 2028 start de nieuwe regeling. Pas een aantal maanden daarna veranderen de pensioenen daadwerkelijk. Het duurt namelijk even voor de boekhouding en definitieve berekeningen rond zijn. Bovendien communiceert het pensioenfonds enige tijd van te voren over de aanpassing van de uitkering.

Rekenregels staan grotendeels in de Wet toekomst pensioenen
De ‘standaardmethode’ geeft de wettelijke volgorde en de regels voor de verdeling van het collectieve vermogen. Eerst zet het pensioenfonds een minimaal vereist eigen vermogen en een operationele reserve opzij. Daarna kan het pensioenfonds een solidariteits- of risicodelingsreserve vullen. Ook kan het fonds een compensatiedepot afsplitsen voor de afschaffing van de doorsneesystematiek. Tot slot verdeelt het fonds op een voorgeschreven manier het overgebleven collectieve vermogen in individuele vermogens. Het pensioenfonds kan de berekende individuele vermogens hierna nog beperkt aanpassen. Bijvoorbeeld om het evenwichtiger te maken. Of om ervoor te zorgen dat de uitkeringen van gepensioneerden op een gelijke manier aangepast worden.

Alternatief voor de standaardmethode: de ‘VBA-methode’
De VBA methode geeft bij hogere dekkingsgraden iets meer vrijheid bij de verdeling van bestaande buffers. Bij dekkingsgraden onder de 105% is zowel bij de standaardmethode als bij de VBA-methode de beleidsvrijheid zeer beperkt. Bij hogere dekkingsgraden moet je iedereen minimaal de waarde van de voorziening meegeven dat in het oude stelsel hiervoor is gereserveerd.

Het start met doelen
Veel pensioenfondsen zijn inmiddels al een eind met het nadenken over het ontwerp van een nieuwe premieregeling. Maar op het gebied van invaren zijn er vaak nog flink wat stappen te zetten. Het neerzetten van beleid rondom invaren begint bij nadenken over de hoogover doelen van invaren en loopt tot het uitwerken van de details van de implementatie op individueel niveau.

Wil je meer weten over invaren?
Dit artikel is onderdeel van onze zomerreeks over invaren. Binnenkort verschijnen onze artikelen met onze ideeën voor geruisloos invaren en ingroeien. Nu al meer lezen? Kijk dan in onze white paper invaren.

Auteur: Agnes Joseph, master actuaris

Achmea Pensioenservices
Achmea Pensioenservices adviseert pensioenfondsen, sociale partners en beroepspensioenverenigingen op weg naar het nieuwe stelsel. Wilt u meer weten over onze aandachtspunten en hoe we pensioenfondsen verder helpen? Neem dan contact met ons op.